Het staat al een halve eeuw in de meeste handboeken over public speaking: Je non-verbale communicatie zou veel belangrijker zijn dan de woorden die je zegt. Dat klinkt als een eye-opener. Maar voel jij ook twijfel bij zo’n opvallende stelling?

Het idee dat 93% van je betoog bestaat uit non-verbale communicatie, komt uit een rapport van Albert Mehrabian. Mehrabian deed een halve eeuw geleden onderzoek naar dit verschijnsel aan de Universiteit van Californië, UCLA. Zijn onderzoek is zo controversieel en bovendien slecht geciteerd, dat het in de meeste boeken over public speaking een eigen leven is gaan leiden. Deze onbedoelde interpretaties hebben Mehrabian wereldberoemd gemaakt, dat wel.

prof. Albert Mehrabian

In zijn onderzoek stelt Mehrabian dat menselijke communicatie bestaat uit woorden, intonatie en lichaamstaal. En zijn onderzoek wijst uit dat als ‘woorden’ en ‘lichaamstaal’ conflicteren, de toeschouwer geneigd is de lichaamstaal te geloven. Nou, dat klinkt plausibel. Maar nu sta je op een podium, en tegenover je zit het best getrainde publiek uit de geschiedenis van de mensheid. Ze zien bij alles of het authentiek is… of niet. Dan heb je geen betere optie dan eerlijk te zeggen wat je denkt en vindt. In dat geval zal elke toeschouwer zien dat je het meent.

Wat kunnen we met kennis over non-verbale communicatie?

De aanbeveling ‘trek geen verdrietig gezicht als je goed nieuws vertelt’ is tamelijk overbodig. Elk weldenkend mens heeft de inhoud van de boodschap redelijk in lijn met z’n gedrag. Soms zie je wat introverte stijfheid. En een ander laat zich iets te uitbundig gaan. Maar over het algemeen kom je weinig tegenstrijdigheden tegen. In deze context is Mehrabian’s onderzoek verkeerd uitgelegd, zegt de communicatiedeskundige. Heeft het wel zin, jezelf te trainen in analoge communicatie, als je het podium op moet?

Zie hier Amy Cuddy, die sinds 7 jaar enthousiast vertelt dat ons gedrag een meetbaar effect heeft op ons gevoel. Haar theorie is zo controversieel dat zelfs TED een disclaimer bij haar video plaatste. Vorig jaar heb ik een soort parodie op deze hypothese gemaakt, als vermakelijke video voor op een wetenschappelijk congres. Maar waarom bestaat er zoveel aandacht voor analoge communicatie?

Is ons non-verbale gedrag stuurbaar?

Als je “non-verbale communicatie” googelt, zie je een leger aan coaches, trainers, instituten en deskundigen. Hun aanbod is gebaseerd op het idee, dat je je eigen non-verbale gedrag kunt beïnvloeden. Je leest er bijvoorbeeld: “Goed oogcontact is de balans vinden tussen te weinig en te veel: intervallen van 4 à 5 seconden kunnen helpen.” In de loop der jaren heeft men bijna elk aspect van onze analoge communicatie onderzocht. En de conclusies krijgen we nu toegediend als tips voor het podium.

Maar is het realistisch te denken dat zo’n cursus of webinar enige invloed gaat hebben op jouw non-verbale presenteren? Jouw gedrag is het resultaat van jarenlange interacties met mensen, fijngeslepen door een stuwmeer aan dialogen, van optredens tot kroeggesprekken. Natuurlijk, ik kan je aanbevelen regelmatig ‘anderen te observeren’ zodat je de non-verbale codes gaat zien. En mogelijk dat vervolgens je eigen gedrag geleidelijk wat congruenter wordt. Maar het idee dat je je eigen gedrag met een cursus ‘zichtbaar’ gaat veranderen, is niet reëel.

Luvvie Ajayi on stage

Bij de meerderheid van sprekers lopen non-verbale signalen in de pas met hun gesproken woorden. Zoals bij het zelfvertrouwen van deze Luvvie Ajayi. De een is wat expressiever dan de ander, maar dat interesseert toeschouwers maar weinig. Integendeel, miljoenen mensen kijken avond aan avond naar tv-programma’s als DWDD, waar heel wat non-verbale rariteiten naast elkaar zitten. En al die kijkers consumeren hun gebabbel even graag. We houden zelfs van hun zenuwtrekjes, als ze maar authentiek zijn.

Focus op je eigen inspiratie

Ga je spreken op een podium, dan leiden de tips over non-verbaal gedrag jou alleen maar af. Er is op een podium geen tijd om het aantal seconden te tellen dat je iemand aankijkt. Als je tijdens je talk geforceerd glimlacht, zul je achteraf op video die spanning haarscherp zien. Op het podium kun je beter zorgen dat je hoofd bezig is met de inhoud van je verhaal. En als die inhoud inspirerend is voor je publiek, gaan zij én vooral  jijzelf – allebei – op heel natuurlijke manier glimlachen. Want jij zit ‘in de wedstrijd’ en dat voelt jouw publiek meteen. En hoe je daarbij beweegt en ademt, vindt iedereen helemaal prima. Maak je niet ongerust.