Ik heb er nooit in geloofd, die algemene presentatie-tips. “heb oogcontact met je publiek, hand uit je zak, loop heen en weer, wijs naar het scherm, stop af en toe.”Aanbevelingen waar je totaal niet aan wilt denken als je voor een groot publiek staat. Je hebt wel wat anders aan je hoofd. Laat je niet gek maken.

Er staan heel wat nieuwe boeken over presenteren in mijn kast, maar de meeste zijn bij aankoop al achterhaald. Hooguit grappig voor iemand die zijn methode van optreden al gevonden heeft, maar een beginneling kan er niets mee. Je hebt niks aan uniforme regels voor een goede presentatie. Integendeel. Een goede presentatie blijft heel dicht bij de spreker zelf. Helemaal in lijn met diens onderwerp en personality.

Waar komt al die apekool dan vandaan? Welnu, uit de TV-wereld. We zijn opgevoed met het idee dat ‘presenteren’ moeten lijken op een verhaal van Annechien Steenhuizen of Jeroen Overbeek. Want zij beheersen het presenteer-vak tot in detail, inclusief zinloze heen-en-weer-pasjes op stiletto’s en perfect getimede tekstdelen die klinken alsof zo’n nieuwslezer deze zelf geschreven heeft.

En jawel, wat oud presentatoren je kunnen leren, is de neutrale performance. Een buitenkant die gedisciplineerd voorkómt dat er een oordeel doorklinkt in de presentatie. Kijk maar eens naar Gijs Wanders tijdens zijn verslag van de Bijlmerramp. Je bespeurt geen enkele persoonlijke emotie. Kondigt hij het afblazen van een accijnsverhoging aan, dan klinkt Gijs precies hetzelfde. Zo breng je neutraal nieuws: droge feiten, waarmee de kijker zélf een eigen oordeel kan vellen.

En kijk nu eens naar deze presentatie uit 2007 van de Zweedse professor Hans Rosling, die ons serieuzer naar data wil laten kijken, omdat we anders niets begrijpen van de ontwikkelingen in internationale gezondheid. Zijn cijfers zijn neutraal, maar zijn presentatie is dat allerminst. Wat een gedreven man, wat een energie.

Bijna altijd heeft de spreker een persoonlijk belang. Zo wil een onderzoeker de waarde van zijn onderzoek benadrukken. Of werft hij budget voor volgend jaar. Dus is het super belangrijk dat die wetenschapper het publiek erbij houdt, zodat geïnteresseerden in de koffiepauze zullen aanhaken.

Wat de boeken ook voorschrijven, we zijn het tijdperk dat ‘spreken’ vooral op de buitenkant aankwam, compleet voorbij. Presenteren begint namelijk bij de inhoud. En wie iets te vertellen heeft, kan dat ook presenteren. Aanleg of niet. Het levende bewijs was Stephen Hawking, die bij zijn optredens niet in staat was tot wandelingen over het podium en glimlachjes naar het publiek. Hij beschikte niet eens over zijn eigen stem. Maar hij had altijd publiek. Geen eerlijk voorbeeld misschien, maar wel lekker duidelijk.

Wie het podium op wil, kan het best zichzelf blijven. En een handboek met algemene tips gaat je daarbij niet helpen. De enige manier om spreekvaardigheid te verwerven, is te vertrekken vanuit de cruciale vraag: wat doe ik eigenlijk op dat podium? Waarom ben ik daar? Dat is waarmee ik mijn coaching begin. Het enige wat echt belangrijk is, is de inhoud. En die verdient een goed plan. En dat plan verloopt daarna bij iedereen een beetje anders. Altijd met een prikkelend resultaat.

Laat je niet gek maken.